Het gevloekte land

Roman, 1920, uitgeverij: N.V. Drukkerij Jacob van Campen, Amsterdam.

PB 15-5-2004 Samenvatting

Deze streekroman speelt in een esdorp in Drenthe. Hoofdrolspeler in de roman is Gert-Jan Amse, een stugge hardwerkende boer, fysiek sterk, communicatief arm. Hij koopt grond van Hip-Harm, die 't land verwaarloosde. Hardnekkig onkruid, zoals ritnaald, tiert welig. Het lukt Gert-Jan dankzij noeste arbeid beetje bij beetje om de grond vruchtbaarder te maken, onder het motto (ik citeer) "Wie 't onkruid eene keer laat staan, kan zeven jaar uit wieden gaan.", pagina 102. Op dagen dat Gert-Jan tijd over heeft op z'n eigen boerderijtje gaat ie bij boer Welsing werken. Gert-Jan woont samen met z'n moeder, in het begin van het verhaal overlijdt zij. Gert-Jan komt met z'n enige zus Vemme overeen dat hij de grond en de boerderij houdt. Vemme is getrouwd met ene Garmt Vermeer en woont in Gaarkenshoop. Rond z'n 40-ste trouwt Gert-Jan met Hanna Stins (38), een tengere vrouw, naaister. Ze woonde in bij de familie Dijkers. Ooit was ze verloofd met ene Harm Peters die jong verongelukte. De auteur benadrukt de verschillen tussen Gert-Jan en Hanna; hij is sterk, zij zwak. Hanna kwijnt weg na de bevalling van hun eerste kind. Een nichtje van haar uit Gaarkenshoop, Stientje (Stiene) Pols trekt als dienstmeid bij hen in en verzorgt baby Gert-Jan. Stientje is een sterke jonge meid. Hanna overlijdt. Stientje blijft als huishoudster. De auteur beschrijft de verliefdheid van Gert-Jan op Stientje. Voor Stientje is Gert-Jan weliswaar oud, maar zakelijk gezien een aantrekkelijke partij. Gert-Jan hertrouwt met Stientje, ondanks de belofte aan Hanna dat niet te zullen doen. De baby overlijdt, hij was en bleef zwak. Gert-Jan voelt zich erg schuldig en maakt een eind aan z'n leven. De titel "Het gevloekte land" slaat op de vloek die volgens de dorpelingen rust op de onvruchtbare grond die Gert-Jan overnam van Hip-Harm en die alle tegenslag van Gert-Jan zou verklaren. Op de achtergrond speelt het dorpsleven; de kermis doet het dorp aan, spullen komen aan per schip. De seizoenen en het weer bepalen het werken op het land. De meeste boeren zijn kleine boertjes "van rond de esch". Mensen vieren christelijke feestdagen, met pasen wordt bijvoorbeeld geknikkerd met noten, Dik-en-dun is meer voor jongens, Boerenschuur meer voor meisjes. Plaatsnamen in de omgeving: Hulte, Korteloo, Nien, Wolden, Binkhorst, Hulgeren en Gaarkenshoop.

De figurantenrollen

Buren Dijkers Gees en Harm Dijkers (boer), hun kinderen Jong Harm, Truusje en Jaapje, Wolter Brinks Manna en Wolter Brink (boer), Hip-Harm (boer) van kreupele Gerrit
Martenmans Marie, Martenman (herder), Germers Klaas, Dries van 't Kruis, Meulenmakers Sien, Mannes Bron, Vlas
jonge mensen Wijkermans Lien (landarbeider) & Bart Holsers (boer), Egberts Lena & Hendrik Drup, Els Mulders (landarbeider) & Geldermans Jan, Mannus (knecht bij Koornhof), Geurt Knap, Trientje Wielens, Braamhofs Griet, Bet Revers, Grietje van boer Welsing, Gerritje van Harmsen
Nelis Halk (molenaar), Louw Hansen (huisschilder), Krelis Kok, Jannes en Mans Kok, Peet Ooievaar, Wamers, Dries Koetser, Garmt Visser (jockey tijdens de jaarlijkse paardenwedstrijden) en Gerbrand (smid),
boeren Geldermans-Berend, Marten Vrolijk, Dries Koenders, Mans Drup, Remmert Haas en Govert Buis, Herking, Veit-zijn-Jan, Welsing (boer), Dieriks (boer), boer Wamers
Krieger (veldwachter), Drieka Moes (kraamhulp), Krul (huisarts) en oude Maaike (weervoorspelster), oude Heinekes, Vervark (dominee), Hannes (accordeonist)
kinderen: Peet van bakker Blommers, Reinder van Jan Smit, Hendrik van Jan Lip, Bertus van Hip-Harm, Trui Remmers, Gees Blonk, Mien Buis, Jan Willem Peters, Herman Krieger, Peer Gerkens, Lies Koornhof, Dientje van Dissel, Reinder van Dam
caféhouders zijn Hermans van "De snuffelende hond", Dijkhof van "De groene linden" en oude Jan-Berend met een stille knijp (alweer een caféhouder Jan-Berend:-)).
Rensema (van de kermis)

Nabeschouwing

Of deze streekroman tevens een sleutelroman is kan ik niet beoordelen. De auteur is opgegroeid in Roden, in het noorden van Drenthe. De manier waarop thema's als werken op het land, bijgeloof, partnerkeuze en omgaan met tegenslagen uitgewerkt zijn is interessant. Het geeft een indruk van de normen en waarden uit die tijd, die streek en deze auteur. Gebruiken zijn typisch uit die streek en uit die tijd. De spelletjes met noten worden ook in "Rond het jaar" genoemd. Zie ook de recensie in de knipelsmap en "De rechtmatigen". Het wordt me niet duidelijk wanneer het verhaal speelt. Indicaties zijn: op de achtergrond speelt de dreiging van een nadere grote oorlog, voorspeld wordt dat mensen door de lucht vliegen en onder de zee door varen, het vervoermiddel is de benenwagen, de landbouw was nog handwerk. Ik houd 't daarom op rond WOI.

Wie kent de melodie van de volgende liedjes?

Beelden uit mijn kinderjaren,
uit mijn jeugd zoo vrij en blij,
trekken somtijds kalm en rustig
aan mijn peinzend oog voorbij.
'k Denk nog dikwijls aan die dagen,
vol genot en stille vree,
hoe verheugd ik steeds ontwaakte
in ons hutje, aan de zee.

Mijn verbeelding ziet de bloemen
aan ons need'rig venster staan,
en het strand, waar 'k schelpen gaarde,
glanzen bij het licht der maan.
'k Hoor mijn moeder zacht vermanen,
als ze mij in 't bedje lee,
en ik voelde 's levens morgen
in ons hutje aan de zee.

Wat ik later mocht ervaren,
's levens droefheid, 's levens vreugd,
immer zal mijn hart u loven,
dierbaar plekje uit mijn jeugd ;
en mijn latste wensch zal wezen,
dat ik eens in stille vree
't moede hoofd ter rust mag vleien,
in ons hutje aan de zee.

Zoo lang de boom zal bloeien
en in z'n bloei zal staan,
zoo lang zal ik 't verfoeien
om met een ander te gaan.
't Was op een zondagmorgen
toen hij mij kwam tegemoet ;
hij deed niets anders dan zwaaien,
hij zwaaide met z'n hoed.

Laatste wijziging: 01-05-2016
© Creative Commons Naamsvermelding "Collectie Broer Berens", Niet-commercieel, Gelijk delen