Opvallend verschil tussen de Top 10 en Top 14 is dat de Top 10 vooral arbeiders bevat en de Top 14 vooral landbouwgerelateerde beroepen. Hoe kan dat? Dit hangt samen met de manier waarop ik veld Beroep heb ingevuld, m'n manier van data verzamelen d.w.z. accent op Duitse katholieke voorouders en eerste bewoners tot 1900, met de manier waarop genealogieonline beroepen herkent en de manier waarop de Top 14 is samengesteld.
Toelichting
Ik heb veld Beroep zoveel mogelijk ingevuld in de taal waarin ik 'n beroep aantrof in de bron, vaak voorzien van jaartal en plaats, bijv. "1813 Ackersmann, 1820 Zimmermann und Ackersmann, Ackersleute, 1850 Ackersmann zu De Maten". Plaatsnaam pas ik de laatste jaren conform geonames.org aan, dan kun je er meer mee op Google Maps. Ik zie ook voortschrijdend inzicht in het invoeren van beroepen door mezelf, niet altijd even consequent dus.:-) Ooit voerde ik zelfs beroepen (ook) in het Engels in, me daarmee richtend op 'n Engelstalige doelgroep.
In de Top 10 staat "arbeider" op de 1ste plaats omdat bij 478 van de 6942 personen het veld Beroep precies en alleen "arbeider" bevatte. Genealogieponline telt de hele inhoud van veld Beroep, niet afzonderlijke beroepen binnen veld beroep zoals bij de Top 14 gedaan is. De Top 14 houdt meer rekening met mijn manier van beroepen invoeren dan de Top 10.
Beroep is een tekstveld, eventuele tikfouten vertekenen het totaalbeeld, bijv. "arbeider" en "srbeider" worden niet als hetzelfde beroep geïnterpreteerd.
Cumulatief per sector bevat de Top 10 arbeider + arbeidster 987, landbouwer + landbouwster + ackersfrau + ackersleute 301, timmerman 15. Dit zegt iets over de personen waarvan slechts 1 of 2 beroepen vermeld zijn. Vaak betreft het mensen die ik slechts 1x in een bron heb aangetroffen. De eerste bewoners van Barger-Compas zijn uitgebreider onderzocht. Ik heb ze aangetroffen in meerdere bronnen en daardoor komen vermoedelijk vaker landbouwgerelateerde beroepen voor in de Top14.
Verschil tussen registratie van beroep in de Nederlandse Burgerlijke Stand vanaf 1815 en Duitse kerkboeken vanaf 1625
In Nederlandse bronnen zoals wiewaswie.nl trouwden vrouwen vaak "zonder beroep", in Duitse kerkboeken zoals te vinden op Matricula is de vrouw gewoonlijk Ackerstochter als de man Ackerssohn is als ze voor het eerst trouwen. Aard en naam van beroepen veranderden door de eeuwen heen.
Dezelfde mannen die in Duitse kerkboeken bijv. Ackersmann waren, werden in de Nederlandse burgerlijke stand vaak arbeider of landbouwer genoemd. Het beroep van de ouders werd bij opeenvolgende huwelijken van kinderen in hetzelfde gezin ook nog 'ns wisselend geregistreerd; soms arbeider, dan weer landbouwer, dan weer arbeider. Arbeider kon zowel keuterboer, veenarbeider als boerenknecht betekenen. Bij oude mensen staat bij het overlijden in de burgerlijke stand vaak "zonder beroep", in de Duitse kerkboeken staat dan vaak het laatst uitgeoefende beroep. Informatie uit Duitse kerkboeken (1625) gaat verder terug dan die uit de Nederlandse burgerlijke stand (Napoleon 1815). Er lijken in Duitse kerkboeken ook veel meer landbouwgerelateerde beroepen te zijn dan in de Nederlandse burgerlijke stand, zoals Colonist, Ackersmann, Ackersmädchen, Ackersknecht, Heüerleute, Bauer, Hoferbe, Tagelöhner, Beerbter, Brincksitzer. In het Nederlands: landbouwer, boer, landarbeider, boerenknecht. Verschillende manieren van registreren veroorzaken allerhande vormen van vertekening in het totaalbeeld.
Ondergrens voor de categorieën
De ondergrens voor de categorieën in de Top 14 is 10 personen. Had ik per se een Top 10 willen samenstellen, dan waren beroepen waarvan elk dorp toch wel eentje nodig had niet zichtbaar geworden, zoals smid en molenaar. Op de groepering van beroepen valt een en ander af te dingen; categorie 1 bevat kostwinners in de landbouw, categorie 3 vooral op de boerderij meehelpende kinderen voordat ze trouwden. Is dat onderscheid tussen 1 en 3 wel zo relevant? Voor het totaalbeeld maakt het niet uit.
Streekgeschiedenis
Mensen in Barger-Compascuum waren 2de helft 19de eeuw katholieke boekweitboeren uit Duitsland op het hoogveen, toen de vervening op gang kwam trokken veelal protestantse veenarbeiders vooral uit Noord-Oost Overijssel, Weststellingwerf, Groningen en de rest van Drenthe naar Barger-Compascuum. Sinds de vervening wordt dalgrond voor landbouw gebruikt. Barger-Compas is een veenkolonie. Veenarbeiders en hun kinderen werden industriearbeiders in de gemeente Emmen, rond 1925 trokken veel grote gezinnen naar Philips, de mijnen en de textielindustire. De landbouw werd gemechaniseerd, ondervond schaalvergroting, steeds minder mensen werken in de landbouw. Protestantse veenarbeiders zijn zwaar ondervertegenwoordigd in het Bevolkingsreconstructie door m'n hele manier van data verzamelen. De top 14 beroepen laat de dorpsgeschiedenis voor 'n deel zien.
De gewogen Top 11
De Top 11 bevat een weging om oververtegenwoordiging van beroepen die samen met andere beroepen bij 1 persoon worden genoemd te corrigeren.
In de Top 14 telt beroep "landbouwer" 1x mee indien veld Beroep alleen "landbouwer" bevat, terwijl bij iemand waarvan veld Beroep "landbouwer, arbeider, landbouwer" bevat landbouwer 2x meetelt.
De Top 11 is gebaseerd op een nieuwe telling, waarin "arbeider" als enige beroep 1x meetelt, staat arbeider met 4 andere beroepen ingevuld dan telt arbeider 0,2x mee. Vervolgens zijn beroepen met bijbehorende aantallen gegroepeerd tot beroepsgroepen, die samen 922 oftewel 94% omvatten van totaal 980 personen. Er bleven dus een paar weinig voorkomende en moeilijk in te delen beroepen over. In deze Top 11 delen geestelijken en molenaars de 10de plaats. Koploper in bevolkingsreconstructie Barger-Compas zijn de landbouw-gerelateerde beroepen, allerhande soorten arbeiders staan samen op nummer 2.