Toelichting en vragen, meedenken gewenst

Basis voor de nieuwe kaart is de plattegrond van doodgraver Minne Wehkamp. Daarop zijn 100 vakken ingetekend voor mensen begraven in de periode 1907-1921. Dit heet nu het oude kerkhof. De plattegrond uit 2021 is samengesteld m.b.v. 4 plattegronden, namen overgenomen van de plattegrond van Minne Wehkamp zijn zwart weergegeven, die van Gemeentewerken blauw, van mezelf groen en van Louis Veldhuis bruin, zie legenda. Als 'n naam op meerdere plattegronden voorkomt is de kleur van de meest recente plattegrond gekozen. Door het kleurgebruik valt op dat bijv. de kruisen van JH Zwake, SA Zwake-Wielage tussen 2012 en 2018 zijn verdwenen.

Meestal staat er 1 nummer bij 'n zwart weergegeven naam, bijv. 13 Andreas Santen. Dit betekent volgens de plattegrond en het schrift van Minne Wehkamp dat Andreas Santen is begraven in vak A 13. De bijbehorende letter vind je in de kolomkop. Meer voorbeelden: 99 58 Maria Margaretha Rolfes-Bergmann betekent oorspronkelijk begraven naast 98 Maria Elisabeth Conen, nummer 99 volgens het schrift Minne Wehkamp in rij G. Volgens de plattegrond van Louis Veldhuis stond het kruis met nummer 58 in 2018 tussen 62 De onbekende pionier en 90 60 Maria Antoinette Eilering-Jansen, op het stuk voor kinderen in 1907-1921. Dit betekent niet dat de persoon herbegraven is, waarschijnlijk is alleen het kruis verplaatst. Staan bij 'n naam 2 nummers, dan stamt de eerste uit de plattegrond van Minne Wehkamp en de tweede uit de plattegrond van Louis Veldhuis. De plattegrond van Gemeentewerken Emmen 1972 is gemaakt toen het kerkhof deel ging uitmaken van het Museumdorp/Veenpark. 71 53 Maria Thecla Hartman ligt volgens deze plattegrond bij haar ouders. Waarschijnlijk is alleen het kruis verplaatst. Oorspronkelijk is ze begraven tussen 72 Wilhelmina Maria Suelman en 70 54 Maria Elisabeth Wessels, haar moeder. Leeftijd is op de plattegrond alleen vermeld bij kinderen, achter de naam, juist omdat op de plattegrond hoofdzakelijk volwassenen zijn ingetekend, bijv. VI-B-16 9 Johan Hendrik Schulte 3, VII 5 Annie Hölscher 4, VII 6 Hinnie Arling 0,5, V-X-15 17 Wilhelm Josef Dijck 0,25.

Omdat heel 1937 en 1939-1942 ontbreken in het schrift van Minne Wehkamp zijn bij mensen begraven in die periode geboorte- en sterfjaar vermeld, bijv. Maria Helena Schoo 1885-1941. Hetzelfde geldt voor mensen begraven voor 1907, omdat ze geen plaatsaanduiding hebben in het schrift, bijv. Aleida Wilken-Nögel 1844-1896.

Totaal deel II 1896-1942 359 kinderen en 333 volwassenen, geruimd deel I 1876-1896 240 kinderen en 184 volwassenen. 184/333=0,55 dus ongeveer 1/3 van het oorspronkelijke kerkhof is geruimd. Deel I bevond zich tot ongeveer 1954 ten westen van deel II, het huidige oude kerkhof. Als Minne Wehkamp 100 mensen opneemt in z'n plattegrond met graven genummerd 1-99 in de periode 1907-1921, dan is dus van 333-100=233 overledenen 1896-1906 of 1922-1942 niet duidelijk waar ze zijn begraven. Kinderen overleden 1907-1921 hebben geen nummer in het schrift van Minne Wehkamp, alleen het jaar van overlijden is vermeld. Van ruim 100 volwassenen overleden in de periode 1907-1921 is nu duidelijk waar ze ooit begraven zijn. Totaal overleden 333 volwassenen de periode 1896-1942.

Volwassenen en kinderen begraven na 1921 hebben 'n Romeinse code. Het ligt voor de hand dat dat 'n locatieaanduiding is, maar hoe?
Voorbeelden van codes voor volwasenen: V-E-20 20 Johan Gerhard Berens 1877-1927, V-D-12 18 Elisabeth Oosterrood-Husers 1868-1926
Kinderen: II-C-2 1 Johan Bernard Linneman +1921, VI-A-1 6 kind van Helena Baks
Er zal gestapeld zijn met kisten, kisten zakken in veen relatief snel weg. Zou II-C-2 betekenen gestapeld in vak C-2 op deel II? Zoja, dan betekent VI-A-1 gestapeld in deel VI vak A-1, maar waar was deel VI? Wat is de logica in 't gebruik van deze Romeinse nummering? Ook als het waarschijnlijk is dat 'n kruis op 'n plaats gezet is waar 'n andere persoon begraven is dan zijn beide mensen toch naast elkaar ingetekend op de plattegrond.
T.t.v. de herbegravingen rond 1943 zijn 2 plattegronden van het oude kerkhof gemaakt. Romeinse nummering ontbreekt. Uit deze kaarten blijkt dat na 1921 ook op deel I mensen begraven werden, wat oorspronkelijk bedoeld was voor mensen overleden 1876-1896. Zouden Romeinse nummers III t/m VII aanduidingen zijn voor bepaalde randen van deel I of deel II? I en II zijn tenslotte ook Romeinse cijfers:-) Misschien wordt de betekenis van de codering vanzelf duidelijk als ik meer namen inteken op de kaart. Eerst maar 'ns tellen hoeveel mensen het betrof met code III-VII, kinderen en volwassenen.

Bij sommige namen op de plattegrond van Gemeentewerken Emmen is identificatie 'n probleem. Wie waren J Lubbers in vak B15, B Schulte in vak B17, H Roefs in vak E63?

3 Generaties heetten Minne Wehkamp; vader overleed in 1907, grootvader in 1922 (V-A-5 #6 in 1922), kleinzoon was 33 in 1922. "Het schrift van Minne Wehkamp" laat vanaf 1921 'n ander handschrift zien. Was vader tot 1907 doodgraver, grootvader tot 1922 en kleinzoon daarna? Er zal 'n overgangsperiode geweest zijn aangezien grootvader 83 was bij overlijden in 1922.

Opvallend is dat geen enkel kruis/grafmonument blauw is op de nieuwe plattegrond. Dat betekent dat alle kruisen/grafmonumenten ingetekend op de pattegrond van Gemeentewerken Emmen 1972 nog aanwezig waren in 2012 of zelfs in 2018. Dit suggereert dat de plattegrond van de gemeente weliswaar in 1972 is gemaakt, maar na de opruiming die toen heeft plaatsgevonden volgens mij.

Persoonlijke eyeopener was de plaats van het graf van overgrootmoeder 95 Maria Elisabeth Hake-Gepken, zwart weergegeven, dus niets meer van te zien anno 2021. Toch mooi om te weten. Misschien wordt 't (weer) tijd voor 'n kruis op haar graf?


Combinatie van 4 bronnen:
1 plattegrond Minne Wehkamp 1896-1939 m.n. 1907-1921 schrift
2 plattegrond Gemeentewerken Emmen 1972
3 plattegrond Pauline Berens 2012
4 plattegrond Louis Veldhuis 2018
Laatste wijziging: 11-02-2020
© Creative Commons Naamsvermelding "Collectie Broer Berens", Niet-commercieel, Gelijk delen