Pauline Berens: Statistiek Kiezerslijst Gemeente Emmen 1918-1919

Nieuws 10-12-2019

Bron gevonden die meer licht werpt op het onderwerp, zie
naturalisaties
15 mannen uit Barger-Compasccum inclusief een enkeling uit Barger-Oosterveen en Barger-Oosterveld die zich lieten naturaliseren in de periode 1927-1931
naturalisatie1927-1931 (107K)

Probleemstelling

In 1918 gaf de gemeente Emmen een kiezerslijst uit. Daarop staan mannelijke kiesgerechtigden ouder dan 25 jaar met o.a. woonplaats Barger-Compascuum vermeld. Teldatum voor woonplaats was 2 januari 1918. Het kiesrecht voor vrouwen werd pas in 1922 effectief.
  1. Mensen geboren in het buitenland en niet genaturaliseerd waren niet kiesgerechtigd. Dat waren de oudere Duitse mannen van Bargercompas. Op welke schaal kwam dit voor? Jan Berend Wilken (1838-1926) komt bijv. niet voor op de kiezerslijst, dochters Grietje, Lena en Angela die in Barger-Compascuum woonden ook niet omdat vrouwen nog niet mochten stemmen, getrouwde dochters Thecla en Anna woonden elders, alleen beide zoons Bernard en Geert komen op de lijst voor. Er hadden slechts 2 mannen die in Duitsland geboren waren stemrecht: ene Bauerhuit geboren in 1881 in Gross Fullen en een Bauerhuit geboren 1884 in Schöninghsdorf. De jongste Compascumer op de kiezerslijst was 26, de oudste 84. Het stemrecht begon dus pas bij 25 jaar! Des te opmerkelijker, omdat de gemiddelde leeftijd bij overlijden onder de mannen in de periode 1896-1942 29,9 jaar was (N 332).
  2. Waarom lieten Duitse immigranten zich niet naturaliseren als ze daardoor stemrecht kregen? Hoe belangrijk vonden mensen stemrecht? Waren er drempels om naturalisatie niet aan te vragen? Betekende stemrecht ook automatisch dienstplicht? Hun voorouders waren deels Duitsland ontvlucht om niet in het Pruisische leger te hoeven dienen. Maar dat betekent niet dat zij of hun kinderen graag in het Nederlandse leger wilden. In hoeverre speelde WOI mee in 1918? Nederland was zogenaamd neutraal in die oorlog. Deels zullen mannen die in Duitsland geboren waren te oud voor de dienstplicht zijn geweest. Deels ook waren het boeren die op de boerderij niet gemist konden worden. Ze gaven gewoonlijk hun kinderen wel aan bij de burgerlijke stand. Wist de belastingdienst deze Duitse immigranten te vinden? Voor de kerk waren mensen vaak wel getrouwd. Vonden mensen dat voldoende, want belangrijker dan voor de wet getrouwd te zijn? Jan Berend Wilken was bijv. in Duitsland voor de kerk getrouwd met Anna Andelheid Nögel, maar niet voor de wet in Nederland. Naturalisatie was ook geen voorwaarde om deel te nemen aan het maatschappelijke leven; Jan Berend Wilken zat in de wegcommissie voor de Postweg in 1923, was ondernemer, zat in het kerkbestuur. Er zijn wel gevallen bekend van mensen die naar Duitsland teruggestuurd werden omdat ze geen bron van inkomsten hadden. Lange tijd was er misschien geen belangrijke reden om Nederlander te worden, niet vanwege het kiesrecht, niet tijdens WOI. De integratie en assimilatie zette zich door. Nakomelingen zijn in Nederland geboren. Naturalisatie vond voor sommige mensen pas na WOII plaats. Meer info over de positie van mensen van Duitse komaf vindt u in Wikipedia: immigratiebeleid, volksduitsers.
    Volgens H.T. Buiskool (1933 Historisch Emmen XXIX, Barger-Compascuum, II) waren de kosten een belemmering voor Duitsers om zich tot Nederlander te laten naturaliseren. Ik citeer: "Intusschen waren deze menschen in een zonderlinge conditie. Nederlanders waren ze niet, daarvoor moesten ze worden genaturaliseerd en dat kostte hun te bveel geld. Duitschland, ofwel Hannover, erkende hen ook niet meer, ze waren min of meer gedeserteerd, om verschillende redenen: onttrekking militaire plichten, misdaad, opgelegde straf, e.m.a. Zoodoende bezaten ze geen nationaliteit." Ter info: na de slag bij Langensalza in 1866 hoorde Hannover bij Pruisen. Samen met voordelen zoals niet in dienst hoeven zou dit voldoende kunnen verklaren waarom Duitse immigranten zich niet lieten naturaliseren.
  3. Wat zegt de kiezerslijst over het aantal inwoners van Bargercompas in 1918?

    Statistiek N=331

    kiezerslijst_leefstijdsopbouw_1918_stemgerechtigde_mannen_vanaf_26jaar (14K)

    Het aantal stemgerechtigden in Bargercompas in 1918: totaal 331, alleen mannen, slechts 2 genaturaliseerd en allemaal ouder dan 25 jaar. In WO I was de vervening in volle gang. Dat trok veel fitte jonge mensen aan om in het veen te werken. Oververtegenwoordiging van de jongere leeftijdscategroieen is dus wel logisch. Maar, de staafdiagram bevestigt ook het vermoeden dat de oudere in Duitsland geboren mannen ondervertegenwoordigd zijn. Volgens mij is de kiezerslijst geen geschikt middel is om te achterhalen hoeveel inwoners Bargercompas in 1918 had.

    kiezerslijst_herkomst_1918_stemgerechtigde_mannen_vanaf_26jaar (15K) De stemgerechtigden afkomstig uit Overijssel (26) en Duitsland (2) waren gewoonlijk katholiek. Mensen geboren in Groningen (40), Drenthe zonder Emmen (107), Friesland (18) waren gewoonlijk protestant of niet-gelovig voor zover ik weet. Niet-genaturaliseerde buitenlanders mochten niet stemmen. Er waren in Barger-Compascuum veel ouderen geboren in Duitsland die daarom niet op de lijst voorkomen. We weten alleen niet hoeveel dat er waren. Dit vertekent het beeld aanzienlijk. Dit wordt duidelijk in de staafdiagram hiernaast: herkomst van stemgerechtigden in Bargercompas in 1918. De 135 stemgerechtigden in Bargercompas geboren in de gemeente Emmen heb ik op basis van hun achternaam ingedeeld in 3 categorieëen niet-gelovig/protestant/jood, katholiek en godsdienst onbekend. Godsdienst wordt niet vermeld in Genlias, ook niet op de kiezerslijst. De indeling zegt vooral veel over mijn bril om naar de geschiedenis van het dorp te kijken: geboren in 1956, katholiek gedoopt, openbare kleuterschool, katholieke lagere school, vertrokken in 1975. Als dorpsgenoten niet katholiek waren wist ik toen ik in Barger-Compascuum woonde gewoonlijk niet wat ze dan wel waren. Voor wat het waard is, van de 135 stemgerechtigden in Bargercompas in 1918 geboren in de gemeente Emmen waren volgens mij 37 niet-gelovig, protestant of jood, 93 katholiek en van 5 mensen heb ik geen idee. Van de katholieken kwamen gewoonlijk de ouders uit Duitsland, wat ook te zien is aan de veelal Duitse achternamen. Van de 93 katholieken die geboren waren in de gemeente Emmen waren 59 achternamen uniek. Mannen met dezelfde achternaam waren vaak familie; broers, (achter)neven. Laten we eens aannemen dat ongeveer 50 vaders geboren in Duitsland ontbreken op de kiezerslijst, uitgaande van 93 katholieken, 59 unieke achternamen en een tiental afkomstig uit Overijssel. Dit is slechts een indicatie voor de orde van grootte van de groep mannen die ontbreekt omdat ze als niet-genaturaliseerde Duitsers niet stemgerechtigd waren.

    Conclusie

    Het kiezersregister blijkt net als het oude kerkhof beperkt om het aantal inwoners te achterhalen. Volgende stap in m'n onderzoek naar het aantal inwoners in de eerste 80 jaar van het dorp is het tellen van de eerste inwoners zoals ze voorkomen in het boek van m'n vader over het dorp, teljaar 1872. De kiezerslijst zegt wel iets over de kiesgerechtigden in 1918; alleen mannen vanaf 25 jaar met de Nederlandse nationaliteit.

    laatst gewijzigd: 10-12-2019

probleemstelling
statistiek
conclusies
Laatste wijziging: 03-08-2016
© Creative Commons Naamsvermelding "Collectie Broer Berens", Niet-commercieel, Gelijk delen