Statistiek & Historische Demografie 2011: Het oude kerkhof 1876-1942 en de periode 1862-1876
- Probleemstelling en dataverzameling
- Het oude kerkhof juli 1876 - 1942 N=1240
- De jaren voor het oude kerkhof 1862 - juli 1876 N=113
- Het oude kerkhof en de jaren ervoor
- Staafdiagram: Leeftijd bij overlijden (0-92 jaar), periode en geslacht N=1353
- Lijndiagram: Totaal aantal overledenen en 0-15 jarigen, inclusief levenloos geborenen, 1862-1942 N=1352
- Staafdiagram: Leeftijd bij overlijden (vanaf 16 jaar), periode en geslacht N=539
- Staafdiagram: Periode, geslacht en beroep N=539
- Staafdiagram: Beroep en geboorteplaats N=539
- Staafdiagram: Beroep en geslacht N=539
- Staafdiagram: Beroep, geslacht en leeftijd bij overlijden N=539
- Staafdiagram: Periode, beroep en geboorteplaats N=539
- Staafdiagram: Beroep overledene , beroep vader, beroep moeder N=539
- Inwonertal van de gemeente Emmen
- Conclusie
Probleemstelling en dataverzameling
In 2010 heb ik de gegevens van de mensen die begraven zijn op het oude R.K. kerkhof oftewel bovenveenkerkhof van Bargercompas statistisch verwerkt, zie de resultaten. Belangrijkste constatering was destijds dat de kindersterfte enorm was en daarmee de gemiddelde leeftijd erg laag. In 2011 heb ik de gegevens van het oude kerkhof 1876-1942 en de periode ervoor van 1862-1876 samengevoegd, gecontroleerd, aangevuld met gegevens van levenloos geboren kinderen en met gegevens zoals beroep en geboorteplaats uit Genlias. Van 5 kinderen die volgens de kerk 1 dag geleefd hebben vermeldt de burgerlijke stand levenloos geboren. Van 1 levenloos geborene vermeldt de kerk dat ze 2 dagen geleefd heeft. Wat te doen? De eerste groep van 5 heb ik als levenloos geboren meegenomen in het onderzoek, het ene meisje dat 2 dagen geleefd zou hebben volgens de kerk als 2 dagen geleefd opgenomen. Een moeilijke keus, maar zolang ik dit soort beslissingen expliciteer wel acceptabel lijkt me. De data over het oude kerkhof die ik van m'n vader kreeg had hij ooit gekregen van meester Kuis, die ze van doodgraver Minne Wehkamp had gekregen. Hoe kwam laatsgenoemde aan de lijst? Alle mensen op de lijst opgezocht in Genlias en onduidelijkheden geverifieerd in het overlijdensregister van de RK kerk in Bargercompascuum.
Reden om de ongeveer 130 levenloos geborenen op te nemen is dat ze begraven zijn op het oude kerkhof. Reden om overledenen voor juli 1876 op te nemen is dat ze weliswaar begraven zijn in omliggende dorpen, maar overleden zijn in Bargercompas. Het oude kerkhof vormt een rijke bron van informatie sinds de gegevens aangevuld zijn met herkomst en beroep van overledene en dat van de ouders. Dit is de aanleiding voor nieuw onderzoek. Doel van dit statistisch onderzoek is de herkomst en ontwikkeling van de beroepsbevolking in de eerste 80 jaar in beeld te brengen.
Beperkingen in de beschikbare data zijn het ontbreken van aantal inwoners per jaar. Immers, het aantal overledenen in een bepaald jaar zegt op zich niets als je niet weet hoeveel mensen er in dat jaar in het dorp woonden. Een andere beperking zit in het feit dat de gegevens over het oude kerkhof alleen het katholieke deel van het dorp betreffen. Dat was weliswaar het grootste deel, maar er waren ook protestantse en niet-gelovige minderheden, zoals de Nederlands Hervormde Gemeente en gereformeerden. Volgens het CBS woonden in 1930 in Barger-Compascuum 2308 mensen, waarvan 1198 mannen en 1110 vrouwen (bron: Volkstelling 1930). Meer informatie over de demografische ontwikkeling van de gemeente Emmen vanaf 1880, bron CBS.
De data vindt u hier. Daar waar Genlias onduidelijkheden opleverde is het overlijdensregister van de RK kerk in Bargercompas geraadpleegd. Als de achternaam verschilde daar waar het duidelijk dezelfde persoon betrof is de burgerlijke stand aangehouden. Soms werd in het kerkboek geslacht aangegeven met parvulus (jong) of parvula (meisje) terwijl geslacht ontbrak in Genlias. Het criterium om mensen op te nemen in de lijst was dat mensen begraven waren op het oude kerkhof, zelfs als ze herbegraven waren op het nieuwe kerkhof. Uitzondering hierop is bijv. Johan Herman Berken, overleden op 28-12-1942, overleden en begraven is in Hannover volgens de RK kerk. Hij is herbegraven op het nieuwe kerkhof. Ik heb hem op de lijst laten staan.
Van de levenloos geborenen is geslacht vaak onbekend volgens de burgerlijke stand, vandaar een extra categorie blauw, naast groen M(an) en beige V(rouw). Opvallend is de kindersterfte in alle periodes, zo hoog dat de rest van de grafiek moeilijk te lezen is. Daarom volgt hieronder een lijndiagram met het aantal overledenen per jaar totaal en 0-15 jarigen in de periode 1862-1942.
Reden om de ongeveer 130 levenloos geborenen op te nemen is dat ze begraven zijn op het oude kerkhof. Reden om overledenen voor juli 1876 op te nemen is dat ze weliswaar begraven zijn in omliggende dorpen, maar overleden zijn in Bargercompas. Het oude kerkhof vormt een rijke bron van informatie sinds de gegevens aangevuld zijn met herkomst en beroep van overledene en dat van de ouders. Dit is de aanleiding voor nieuw onderzoek. Doel van dit statistisch onderzoek is de herkomst en ontwikkeling van de beroepsbevolking in de eerste 80 jaar in beeld te brengen.
Beperkingen in de beschikbare data zijn het ontbreken van aantal inwoners per jaar. Immers, het aantal overledenen in een bepaald jaar zegt op zich niets als je niet weet hoeveel mensen er in dat jaar in het dorp woonden. Een andere beperking zit in het feit dat de gegevens over het oude kerkhof alleen het katholieke deel van het dorp betreffen. Dat was weliswaar het grootste deel, maar er waren ook protestantse en niet-gelovige minderheden, zoals de Nederlands Hervormde Gemeente en gereformeerden. Volgens het CBS woonden in 1930 in Barger-Compascuum 2308 mensen, waarvan 1198 mannen en 1110 vrouwen (bron: Volkstelling 1930). Meer informatie over de demografische ontwikkeling van de gemeente Emmen vanaf 1880, bron CBS.
Het oude kerkhof juli 1876 - 1942 N=1240
De data vindt u hier.De jaren voor het oude kerkhof 1862 - juli 1876 N=113
De data vindt u hier. Daar waar Genlias onduidelijkheden opleverde is het overlijdensregister van de RK kerk in Bargercompas geraadpleegd. Als de achternaam verschilde daar waar het duidelijk dezelfde persoon betrof is de burgerlijke stand aangehouden. Soms werd in het kerkboek geslacht aangegeven met parvulus (jong) of parvula (meisje) terwijl geslacht ontbrak in Genlias. Het criterium om mensen op te nemen in de lijst was dat mensen begraven waren op het oude kerkhof, zelfs als ze herbegraven waren op het nieuwe kerkhof. Uitzondering hierop is bijv. Johan Herman Berken, overleden op 28-12-1942, overleden en begraven is in Hannover volgens de RK kerk. Hij is herbegraven op het nieuwe kerkhof. Ik heb hem op de lijst laten staan.
Het oude kerkhof en de jaren ervoor
Leeftijd bij overlijden, geslacht en periode van overlijden N=1353Van de levenloos geborenen is geslacht vaak onbekend volgens de burgerlijke stand, vandaar een extra categorie blauw, naast groen M(an) en beige V(rouw). Opvallend is de kindersterfte in alle periodes, zo hoog dat de rest van de grafiek moeilijk te lezen is. Daarom volgt hieronder een lijndiagram met het aantal overledenen per jaar totaal en 0-15 jarigen in de periode 1862-1942.
Aantal overledenen per jaar totaal en voor 0-15 jarigen apart inclusief levenloos geborenen
Omdat het onderzoek zich richt op migratie en beroepsbevolking en vanaf 16 jarige leeftijd van overledenen in de burgerlijke stand beroep vermeld werd tonen onderstaande diagrammen alleen overledenen van 16 jaar en ouder.
Het aantal mensen vanaf 16 jaar dat overleed per decennium, mannen en vrouwen apart
Wat valt hierover te zeggen? Jonge vrouwen overleden vaak in het kraambed. In de hoogtijdagen van de vervening overleden meer mannen dan vrouwen. Misschien waren er toen ook meer mannen dan vrouwen? Zolang het aantal inwoners per jaar niet duidelijk is valt hierover op basis van het aantal overledenen weinig te zeggen. Mensen stierven sowieso jong door de slechte leef- en werkomstandigheden.
Beroepscategorie van de overledene per periode, voor mannen en vrouwen apart
Het is de vraag of de achterliggende indeling in categorieen in de loop der jaren wel dezelfde is geweest en consequent toegepast door de gemeente. Wat was de definitie van "beroep" en "zonder beroep", van "arbeider" en "landbouwer"? JB Berens (2001) schrijft: "Afwisselend gaf ... als beroep op arbeider of landbouwer. Evenzo deden anderen dat. Het waren landbouwers die soms ook bij anderen werkten of arbeiders die ook aan boekweitteelt deden.". Vaak werkten mensen en voor zichzelf en voor een ander in het veen. Ben je arbeider als je in loondienst bent? Bij de mannen valt het volgende op in de grafiek: In alle periodes behalve de laatste waren de meeste mannen arbeider. De werkloosheid in de 30-er jaren is terug te vinden in de benaming "zonder". Bij de vrouwen is "zonder beroep" het vaakst opgegeven bij overlijden. Dit is een kwestie van definitie. Vaak werkten vrouwen wel mee in het veen of op de boerderij, maar werd dat officieel niet als beroep geregistreerd. Bij oude mensen werd ook soms als beroep "zonder" opgegeven, maar is niet duidelijk wat die mensen deden tijdens hun werkzame leven. Bij de vrouwen valt op dat in de beginjaren van het dorp vrouwen t.t.v. overlijden vaak arbeidster of landbouwster genoemd werden in de burgerlijke stand, terwijl later hun werk niet meer als beroep gold. Beroep "huisvrouw" kwam voor WOII eigenlijk niet voor.
Beroep en plaats van herkomst van overledenen in de periode 1862-1942
Zowel arbeiders, landbouwers als overledenen in de categorie "zonder" waren meestal geboren in Duitsland.
Beroepscategorie en geslacht 1862-1942
Zoals hierboven al bleek waren vrouwen oververtegenwoordigd in de categorie "zonder". Meer mannen dan vrouwen waren t.t.v. overlijden geregistreerd als "arbeider" of "landbouwer".
Beroep per leeftijdscategorie en geslacht
Zowel mannelijke als vrouwelijke arbeiders stierven gemiddeld jong. Er was geen AOW, geen pensioen, mensen werkten tot op hoge leeftijd door. De categorie "zonder" roept bij zowel mannen als vrouwen vragen op. Waren ze te oud om te werken, waren ze werkloos of werd hun werk niet als beroep gezien?
Beroep overledene, beroep vader, beroep moeder N=539
Valt de appel ver van de boom? Onderstaande diagram toont beroepsgroep van de vader per beroepsgroep van de overledene. Daaronder hetzelfde idee, maar dan voor beroepsgroep van de moeder. Uit beide grafieken blijkt dat van veel overledenen het beroep van de ouders onbekend is. Het lijkt niet verantwoord om de vraag over de appel en de boom te beantwoorden.Beroep per periode van overlijden en geboorteplaats
Deze grafiek bevestigt niet het beeld van beginnende vervening rond 1900 en een top in de vervening rond 1914-1918. Waarom niet? Het antwoord op deze knagende vraag is simpel: de cijfers betreffen aantallen katholieke overledenen, onbekend is hoeveel mensen er op een bepaald tijdstip woonden in het dorp en ook is niet bekend hoeveel protestanten en niet-gelovigenin het dorp woonden.
Inwonertal van de gemeente Emmen
Hieronder wat vergelijkingsmateriaal van het CBS, cijfers voor heel Nederland van 1900 t/m 2010. Rond 1900 respectievelijk 1925 waren er 42,9 en 25,4 doodgeborenen na 28 weken zwangerschap per duizend inwoners.
het CBS: Bevolking, huishoudens en bevolkingsontwikkeling; vanaf 1899
Sterfte | Perioden | 1900 | 1925 | 1950 | 1975 | 2000 | 2008 | 2009 | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Overledenen | x 1 000 | 92 | 72 | 76 | 114 | 141 | 135 | 134 | |||
Overledenen: geslachtsverhouding | aantal | 1082 | 1030 | 1069 | 1276 | 958 | 924 | 949 | |||
Doodgeborenen naar zwangerschapsduur | 28 of meer weken, relatief | promille | 42.9 | 25.4 | 19.3 | 7.7 | 4.8 | 3.3 | 2.7 | ||
24 of meer weken, relatief | . | . | . | . | 6.0 | 4.2 | 3.5 | ||||
Perinatale sterfte | Perinatale sterfte (24+) | Perinatale sterfte (24+) | x 1 000 | . | . | . | . | 1.9 | 1.2 | 1.1 | |
Perinatale sterfte (24+), relatief | promille | . | . | . | . | 9.1 | 6.3 | 5.7 | |||
Perinatale sterfte (28+) | Perinatale sterfte (28+) | x 1 000 | . | 7.5 | 8.0 | 2.5 | 1.6 | 1.0 | 0.9 | ||
Perinatale sterfte (28+), relatief | promille | . | 41.1 | 34.2 | 13.9 | 7.8 | 5.4 | 4.9 | |||
Sterfte binnen 4 weken na de geboorte | Sterfte < 4 weken na de geboorte | x 1 000 | 5.8 | 4.2 | 4.1 | 1.4 | 0.8 | 0.5 | 0.5 | ||
Sterfte < 4 weken na de geboorte, rela.. | promille | 35.7 | 23.6 | 17.9 | 7.6 | 3.9 | 2.8 | 2.9 | |||
Sterfte binnen 1 jaar na de geboorte | Sterfte < 1 jaar na de geboorte | x 1 000 | 25.2 | 10.4 | 6.1 | 1.9 | 1.1 | 0.7 | 0.7 | ||
Sterfte < 1 jaar na de geboorte, rela... | promille | 155.2 | 58.4 | 26.7 | 10.6 | 5.1 | 3.8 | 3.8 | |||
Overledenen naar leeftijd | 1 tot 5 jaar | 17.3 | 6.7 | 2.5 | 0.9 | 0.4 | 0.3 | 0.2 | |||
5 tot 15 jaar | 3.2 | 1.5 | 0.6 | 0.3 | 0.1 | 0.1 | 0.1 | ||||
15 tot 45 jaar | 5.9 | 3.1 | 1.2 | 0.9 | 0.7 | 0.6 | 0.5 | ||||
45 tot 65 jaar | 17.7 | 11.5 | 7.6 | 7.5 | 5.1 | 4.4 | 4.3 | ||||
65 tot 80 jaar | 71.4 | 53.7 | 41.9 | 36.9 | 28.3 | 21.6 | 20.9 | ||||
80 jaar of ouder | 205.5 | 174.6 | 152.9 | 135.2 | 120.5 | 105.3 | 102.2 | ||||
Overledenen naar doodsoorzaak | Totaal overledenen | per 100 000 | 1786.3 | 979.6 | 750.8 | 832.2 | 882.4 | 821.7 | 812.0 | 819.9 | |
Complicaties zwangerschap, bevalling en kraambed | 9.0 | 6.4 | 2.4 | 0.1 | 0.1 | 0.0 | 0.1 | 0.0 | |||
© Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen 21-10-2011 |