Aan het eind van de wereld als sleutelroman: Wie is Wie?

Legenda

romanfiguur

vermoedelijke persoon in werkelijkheid

caféhouder, vervener, weduwnaar Berend Jan Hartmann I
7 kinderen:
  1. getrouwde dochter
  2. getrouwde dochter
  3. ongehuwde inwonende dochter Angel I
  4. getrouwde dochter
  5. caféhouder Veenlust Geert I, x Lene I (Lena XX)
  6. ongehuwde inwonende dochter Liesbeth (Liesbet XIII, Lize?) I
  7. molenaar boer Bernard I, inwonend met vrouw + 4 kinderen I: Herman? I, Marietje I (Marrietje), Bernard-Jan XIV (Berend? I), Lies XIV.
Johan Bernard (Ján-Berend) Wilken * 26-2-1836 Hebelermeer + 30-3-1928 BC
x 22-10-1867 Rütenbrock Anna Adelheid Nögel * 17-1-1844 Schwartenberg + 16-9-1896 BC
7 kinderen:
  1. Anna Grietje (Margaretha, Eite) * 6-10-1871 + 4-10-1952
    x 12-8-1909 burgerlijke stand Emmen & R.K. kerk BC 17-8-1909 J.B. Berens
    3 kinderen: A. Helena (Lenie), J. Bernard (Broer), A. Adelheid (Leida)
  2. Anna Tecla * 19-9-1873 + 8-4-1949 Klazienaveen
    x Herman Heinrich Borker *20-10-1967 Groß Fullen +31-3-1946 Klazienaveen
    9 kinderen
  3. Anna Helena (Lena) * 9-6-1875 + 29-11-1932
  4. Anna Angela * 17-1-1877 + 17-4-1878
  5. Maria Anna * 18-10-1878 + 18-6-1970 Schalkhaar (bij Deventer)
    x Katharinus van der Meer * 21-7-1872 Blaauwhuis + 10-10-1956 Schalkhaar
    3 kinderen:
    • Marijke (Marie) * 15-7-1905 Klazienaveen + 10-11-1996 Schalkhaar, gecremeerd
    • J. Bernard * 11-3-1911 Enschede + 27-3-1966 Schalkhaar, begraven in Nijmegen
    • A. Adelheid (Leida) * 18-7-1915 Delden + 22-11-1958 Tilburg, begraven in BC
  6. Bernard Gerard * 25-3-1881 +17-1-1961 kinderloos
    x 1 27-2-1908 Emmen Theresia (Tetje) van der Weide * 29-3-1868 Bolsward +28-2-1952
    x 5-1952 Anna Elisabeth Nögel * 26-4-1917 Rütenbrock +8-1-1982 BC
  7. Anna Angela (Engel) * 13-10-1883 + 5-11-1973 Weiteveen, begraven in BC
  8. Johan Gerhard (Geert) * 18-12-1885 + 22-1-1944, ongehuwd
argumentatie Beroep, woonplaats en positie in de dorpsgemeenschap komen overeen, voornamen Berend-Jan en Jan-Berend zijn omgedraaid.
Citaat uit hoofdstuk I: "Aan den kruisweg van Kerkenveen stond de herberg van Berend Jan Hartmann, schuin tegenover de kerk, recht over de school." Daarmee wordt precies de plaats beschreven waar het café van Ján-Berend Wilken stond, het toenmalige kruispunt Schoolweg-Postweg, het oude centrum van BC.
In 1914 was Ján-Berend boer, caféhouder, kerkmeester. z'n Vrouw A.A. Nögel overleed in 1896. Het aantal in 1914 levende kinderen klopt vergeleken met de roman. Lena, Engel en Geert waren niet getrouwd. Ze woonden en werkten in het ouderlijk huis. In de periode 1900-1910 waren er geregeld 2 kommiezen in de kost. Waarschijnlijk is de winkel in die tijd afgeschaft. Tot haar huwelijk in 1909 deed de oudste dochter Margaretha de huishouding. Sinds 1883 had Ján-Berend een molen. Bij de molen hoorde ook een woning en bakkerij, die verhuurd werden. Voor de molen nam Ján-Berend iemand in dienst, o.a. Bernard Heinrich Vocks, Johann Gerhard Eilering, Gerhard Goedereis, Jeurissen en Heinrich Borker, die trouwde met Thecla Wilken. Ján-Berend verkocht de bakkerij, molen en bijbehorende woning in 1920 aan Johan Eilering. Ján-Berend was bijna 55 jaar kerkmeester, na 50 jaar ontving hij de pauselijke onderscheiding "Pro Ecclesia et Pontifice". Geert Wilken is ruim 20 jaar molenaar geweest, boer, caféhouder, later ook vervener. Het café brandde door blikseminslag af in 1921, Ján-Berend liet een nieuw café bouwen. Na z'n dood zetten Engel en Geert het café voort. Engel Wilken heeft 't café gerund tot de 70-er jaren. Het dorpscentrum is in de 20-er jaren door de vervening verschoven naar het kruispunt Verlengde Oosterdiep-Postweg.
Bron: "De vrouwelijke kant in de stamboom van de familie Berens" Broer Berens
In 1914 was behalve Ján-Berend ook Hermann Heinrich Feringa kerkmeester. In 1916 werd vervener Johan Heinrich Hartmann derde kerkmeester en begon de vervening van de kerkgrond.
Bron: 125 Sint-Josephparochie, Herman Feringa & Marcel Wehkamp 1998
In de roman zijn de namen van Geert en Bernhard omgedraaid, in werkelijkheid runden Bernard en Tetje van der Weide een café en was Geert molenaar, boer en woonde als ongehuwde bij z'n vader en ongetrouwde zussen. Er woonden geen kleine kinderen rond 1914 bij Ján-Berend . Met 'n inwonend kleinkind zoals Marietje in de roman kan de auteur misschien Marie van der Meer bedoeld hebben, dochter van het echtpaar van der Meer-Wilken. Argumenten hiervoor zijn de overeenkomst in de namenserie Marietje, Bernard-Jan, Lies in de roman en Marie, Bernard, Leida in werkelijkheid en de leeftijd: Marietje was pakweg 10 jaar in de roman, geboortejaar van Marie was 1905. En tenslotte: Marietje is opvallend vroom, het gezin van der Meer was dat ook. 2 Van de 3 kinderen werden geestelijke; Marie wijkverpleegster, Bernard pater Dominicaan en Leida catechiste van de Eucharistische Kruistocht. Het gezin verhuisde al naargelang de standplaats van de vader, die kommies (tolbeamte) was. Misschien kwam het gezin weleens logeren bij Jan-Berend?
Bart Mulders weduwnaar I, dochters Nelle I en Hanna I, veen- en landarbeiders ^?
Steenbeek I, vervener Morgenrood? ? Steenhuis
argumentatie Beroep komt overeen, namen lijken op elkaar. Er was een vervener Steenhuis in Emmer-Compascüm (EC) in rond WOI. De auteur heeft lesgegeven in EC voordat ie in BC kwam. Daar heeft ie ook een streekroman over geschreven: "Het gevloekte land".
15062009 PB: Gerard Steenhuis bevestigt de veronderstelling dat met Steenbeek Steenhuis werd bedoeld.
02022014 PB: Gerard Steenhuis: "Het boek heb ik gelezen en krijgt een bijzondere betekenis als je weet hoe de wereld van BC in die tijd (1915) er uitzag en hoe de verhoudingen waren. De familienamen zijn door elkaar gehaald. Leuk en interessant voor mij is de naam Steenbeek. Hiermee wordt mijn familie waarschijnlijk bedoeld; mijn opa en een oudere broer van mijn opa."
Johann Wilhelm Spachen (Hanen Willem) I
x Engel V
3 zoons
Johann Wilhelm Specken (Hahnen-Wilm) * 26-6-1853 Lindloh + 15-4-1940
x 1 Meppen 15-2-1876 Anna Maria Hüsers *24-8-1847 Hebelermeer + 18-3-1909 BC
x 2 Emmen 9-3-1911 Angela Adelheid (Engel) Brink, weduwe Sandten * 20-4-1861 Haar + 25-4-1940 BC
Zes kinderen.
argumentatie De namen Hanen-Willem en Hahnen-Wilm komen overeen. Volgens de auteur had Hanen-Willem z'n bijnaam te danken aan de hanen die hij hield. In werkelijkheid was Hahnen-Wilm geboren in het "Hahnenhoes" in Lindloh, vandaar z'n bijnaam.
Bron: Broer Berens
In de roman heeft het echtpaar 3 zoons die in Pruisen werken: 1 achter Münden, 1 bij Krupp en 1 in de mijnen.
Smokkel-Jans I, x Smokkel-Trees I, overleden kinderen I Treeske VIII, Otto VIII, Jans VIII, Willem VIII Johann Hermann Jansen * 14-10-1850 Lengerich + Arnhem
x Theresia Jaske * 16-12-1863 Bawinkel + Horst?
Kinderen:
  1. Maria Josephina * 5-6-1879 Twist + 22-6-1881 Amsterdamscheveld
  2. Lutzia * 15-9-1880 Twist + 24-6-1885 Amsterdamscheveld
  3. Johannes Bernardus *10-6-1888 BC + 14-6-1889 BC
  4. Johannes Henricus * 20-6-1890 BC + 15-5-1891 BC
  5. Henricus Leo * 27-7-1893 BC x Anna + Arnhem?
Bron: Broer Berens
argumentatie Smokkel-Jans uit de roman werd ook in werkelijkheid zo genoemd. Ook overleden meerdere kinderen van het echtpaar heel jong zowel in de roman als in werkelijkheid. De familie Jansen woonde in Twist, Amsterdamscheveld en in BC. In 1915 vertrokken naar Horst, Noord-Brabant. In de roman overlijdt mevrouw Jansen in BC.
Het gezin van Abel Snippe II, arbeider, vrouw XIX, kinderen Maartje II, Fokje II, Rika II, Harm II en Jan II ?
Wiggers Jan II ?
Geurt van de Wegen II ?
De familie van Bergsma, brugwachter Morgenrood I, arbeider? Kinderen Mientje V, Jan V, Riekje XIX ?
Germer III ?
Herman Trikkers (Trikkers Herman) IV boer ?
Willem Trikkers (Trikkers Willem) ?
De familie Trikkers: dochter Anna (Trikkers-Anne) VII. Is Herman of Willem haar vader in de roman? zoon Johan VIII? ?
De familie van Josep (Joop) Heller IV, boer, weduwnaar, 2 broers Heinz en Hans omgekomen in de slag bij Düppel IV, 2 zoons en 3 dochters. Zoon Otto IV is inwonend x Tonia IV, kleinzoon Josep IV. Dochter Angela IV x Berends Willem ^?
Sander Heller XIV, familie van Josep? ^?
Kras Rolf, boer IV, kinderen Lize XI, Minne XIV, Mina XXII Rudolph Rolfes (Kras-Roulf) * 15-7-1840 Rütenbrock + 31-10-1919 BC
x Wesuwe 9-5-1869 Maria Margaretha Bergmann * 4-10-1843 Dankern +14-1-1922 BC
Kinderen:
  1. Maria Gesina * 3-4-1870 Rütenbrock + Altharen x Johann Hermann Hagen * 24-4-1858 Haar
  2. Johann Burchart * 24-8-1871 Rütenbrock + 5-6-1952 BC x Maria Margaretha Feringa * 1873 BC + 2-8-1951 BC
  3. Angela * 25-8-1873 Rütenbrock + 17-3-1946 BC x Hermann Heinrich Feringa * 1864 Hebelermeer + 28-4-1953 BC
  4. Johann * 4-3-1875 Rütenbrock geëmigreerd naar Kansas V.S.
  5. Johann Heinrich * 23-2-1878 Rütenbrock geëmigreerd naar Kansas V.S.
  6. Herman * 25-4-1881 BC geëmigreerd naar Kansas V.S.
  7. Aleida * 8-1-1886 BC x Piet Jorritsma + Bolsward
argumentatie Beroep en naam komen overeen. In de roman emigreert zoon Minne naar Amerika, in werkelijkheid emigreerden zelfs 3 zonen naar de Verenigde Staten. In de roman wordt de bijnaam Kras-Rolf verklaard door z'n krassende stem. De naam Kras-Roulf kwam in werkelijkheid van het "Krassenhoes" in Rütenbrock. De eerste familie die daar gewoond had, hield zich bezig met het maken van krassen, gereedschap dat gebruikt werd bij het spinnen van wol. Al kwam in zo'n huis later een familie met een andere naam, de huisnaam bleef.
Bron: Broer Berens
boerin weduwe Lubbers Lene IV, 6 kinderen IV ^?
Hortel V ?
Barkeling V ?
Gerrit Snap V ?
Gerard Bolk V ^?
Zwake Johan V ^?
Mannes (Manus) Doon V ?
Johann Schmidt IV, winkelier, kinderen Joseph, Marie XIV (vrouw of dochter?) ?
Sander Book V, accordionist ^?
Gerard Bles V ?
Holsers Harm V ^?
Molsers Harm V, ex-mijnwerker ?
Minne Berends V, ex-mijnwerker ^?
Nelis Knook V ?
Nanne Doek V ?
familie Dekkers V, Dekkers Lene IV (Dekkers Line IX ?), Dekkers Marie XXIV ^?
De familie Neugel VI, boer, weduwnaar: kinderen Bernard (Neugel Bernard) VII, Marie (Neugel Marie) ^?
De familie van Harm Elskamp VI, boer: zoon Johan mijnwerker, ? Frerik VIII, dochter Line XXII dienstmeid in Pruisen ?
Malle Maaike VII ?
Geert Scholte (Scholte Geert) VIII, x Lene VIII, dochter Marie VIII x Harmen (Harm) Benders VIII ^?
Willem Eze VIII, speelt mondharmonika ?
Angela Nurde IX ?
Berends Lene IX ? Anna Helena Muller (Purmerends Leinke) * 6-3-1843 Roswinkel, + 3-12-1919 Emmer-Compascuüm
x 12-2-1873 R.K. kerk Erica & 11-3-1873 burgerlijke stand Emmen Johann Bernard Berens (Purmerends Bernard) * 22-8-1830 Lindloh + 27-2-1881 BC
  1. Maria Margaretha * 12-1-1874 + 8-2-1874
  2. Johan Bernard * 30-3-1875 + 26-9-1947 x 1909 A.M. Wilken
  3. Maria Margaretha * 17-1-1878 + 25-6-1894
  4. Maria Gezina (Siene) * 14-1-1881 x 1904 J.B. Schulte Ter Apelkanaal
    Bron: Broer Berens
argumentatie Citaat uit hoofdstuk IX: "Bernard bleef staan en zag in 't rond. Stil, vredig was alles ~ ginds lag 't kerkebosch, daar de molen, daar de school, in die pluik boomen stond 't huis van Berend Jan, daar woonde Heller Josep, daar Berends Lene."
Met Berends Lene kan de weduwe Anna Helena Berens-Müller zijn bedoeld; ze woonde naast Ján-Berend Wilken en was weduwe. De bijnaam "Purmerends" wordt verklaard doordat de opa van Johann Bernard Berens uit Purmerend kwam. Toen hij stierf in 1881 bleef Helena Müller achter met 3 kleine kinderen. Met hulp van haar zwager Josef Berens zette ze het boerenbedrijf voort. Dochter Siene trouwde in 1904, zoon Bernard in 1909 met z'n buurmeisje Margaretha Wilken. Het jonge paar heeft een jaar bij Helena Müller ingewoond en is toen verhuisd naar een huisje aan de Postweg. Helena Müller liet in 1913 een dubbele woning bouwen in Emmer-Compascuum. Toen is zij daar gaan wonen, naast haar broer Jan Berend. Haar zoon betrok weer het ouderlijk huis. Helena Müller overleed in Emmer-Compascuum op 3-12-1919 en werd daar begraven. Het huis werd verkocht aan de vervener Steenhuis.
Bron: "De vrouwelijke kant in de stamboom van de familie Berens" Broer Berens
Greve, zoon Heinrich XIV, Joop? XIV, Harmen X, Angela XIV (vrouw of dochter?), Otto ? XXI ?
Albert Snippe ^?
Gelsers Heinrich XI (Heinz), kinderen Lise XIV, Sander XIV, Gelsers Bas? ?
Mieke Harms XI ^?
bakker Bos ^?
Barthold Hoos XI ?
postbode Harm Lok XIII ?
onderwijzer Steven Burke XIII
x Meta XIII
tante Bet in den Haag XX
Elle Gerrit van Bolhuis, * 4-5-1887 Blankenham (Overijssel), + 30-1-1970 den Haag, begraven in Groningen
x Carolina Sophia Reijenga, * 26-11-1884 Lemmer + 1955 den Haag
zoon Abel Nicolaas Karel Ellard, * 23-07-1913 Groningen + 06-08-1970 Groningen
Bron: E. George Bolhuis
argumentatie Meester Bolhuis was onderwijzer/hoofd der school BC in de periode 1911-1915. De auteursnaam was van Bolhuis, de familienaam is Bolhuis. Beroep komt overeen; zowel in de roman als in werkelijkheid solliciteert meester Burke/Bolhuis als onderwijzer in den Haag. Het engelse "burke" betekent doodzwijgen, in de doofpot stoppen. Knagende vraag voor mij is wat er zoal in de doofpot viel te stoppen in die tijd. De naam Meta slaat misschien op "metafoor", vergelijkingsbeeldspraak of "metamorfose" gedaanteverandering.
15-12-2012 PB: Voortschrijdend inzicht, de achternaam Burke kwam wel degelijk voor in Bargercompas, zie A Josephina Burke (1898-1937)
26-12-2012 PB: In de Collectie Broer Berens duiken ene Gesina Burken op in de klapper over Rütenbrock, zoon Theodor Schmitz bijgenaamd 'Burken' en ene J. Theodor Arling bijgenaamd 'Burken'.
Bril-Willem XIV ^?
Roelof van der Val XVIII x Berendje Grevink XVIII, 35 jaar getrouwd in 1914, 5 kinderen, kleinkinderen: Roelf XIX ?
pastoor Lagerweij XVIII (Lagerwey XVIII)
St. Josephparochie
? pastoor Bernardus Franciscus Savenije, St. Josephparochie 17-5-1910/15-1-1915, +9-5-1964 Apeldoorn
Bron: 125 Sint-Josephparochie, Herman Feringa & Marcel Wehkamp 1998
argumentatie Beroep komt overeen, de namen Lagerwey en Savenije klinken zelfs een beetje hetzelfde. Pastoor Savenije was de R.K. pastoor in de tijd dat de auteur in BC was.
huishoudster Mina XVIII ?
pastoor Holman ? pastoor Bernardus Henricus Weninck, BC 17-10-1902/31-1-1908, + 13-11-1920 Vinkeveen
Bron: 125 Sint-Josephparochie, Herman Feringa & Marcel Wehkamp 1998
argumentatie Beroep komt overeen. Citaat uit hoofdstuk XVIII van de pastoor: "Zijn voorganger was hier maar drie jaar geweest, en was toen verplaatst om de rheumatiek, die het veen hem had bezorgd -- pastoor Holman had zijn vijf jaar uitgediend en de pastoor voor Holman -- " De pastoor bedoelt hier de voorganger van z'n voorganger, vandaar dat de auteur misschien pastoor Weninck bedoelde. Zowel onderwijzers als pastoors bleven toendertijd maar een paar jaar in BC.
Ernens XVIII aan de Limiet ?
Linneman XVIII ^?
pastoor Herkinge in 't Oostersche veld XVIII ?
familie Potter XIX, dochter Riekje XIX ?
Herman Jolving uit 't Oostersche veld XXIV ^?
Laatste wijziging: 01-05-2016
© Creative Commons Naamsvermelding "Collectie Broer Berens", Niet-commercieel, Gelijk delen