Het originele boek
Tot nu toe heb ik slechts zes exemplaren van het originele boek
kunnen traceren, waarvan vier in bibliotheken. Hoe groot was de
oplage eigenlijk? Het staat niet vermeld in het boek zelf.
Uitgeverij Slothouwer bestaat niet meer.
Ik heb navraag gedaan in de uitgeverijbranche. Voor het idee dat
de oplage grotendeels opgekocht zou zijn door één
persoon of organisatie heb ik (nog) geen bewijzen gevonden. Wie
wel? Als de oplage bekend is kan ik schatten hoeveel het opkopen
gekost heeft. Als het gerucht al waar is, zou iedereen die
zichzelf herkende, benadeeld voelde door de roman en geld genoeg
had om de oplage op te kopen dat gedaan kunnen hebben. Als je de
roman leest is het gemakkelijk met suggesties te komen wie er
achter het eventuele opkopen had kunnen zitten. Dat doe ik niet.
Ik zoek bewijzen. Wie kan het gerucht ontkrachten of bevestigen?
Als het gerucht waar is verklaart dat wel waarom de roman zo
weinig bekend is geworden in Bargercompascuum. Hoe het ook zij, nu de roman
beschikbaar is via het internet kan ie alsnog volop gelezen
worden.
Voor wie geinteresseerd is in drukwerk; het originele lettertype had
lange stokken, korte staarten en ronde letters . In het PDF-bestand ziet u lettertypes die
lijken op de originele, maar het niet exact zijn.
Alvast veel leesplezier en de groeten uit Nijmegen.
22-10-2013: Het exemplaar in de openbare bibliotheek Emmen, Collectie Brands ziet er anders uit dan het exemplaar dat ik in 2003 geleend had via de UB Wageningen, hieronder beide exemplaren ter vergelijking. De eerste is de gebonden uitgave, die
in 1918 fl.3,90 kostte, de tweede de eenvoudige uitgave a fl.2,90.
Oproep
De roman "Aan het eind van de wereld" speelt zich af in Bargercompascuum in 1914, misschien 1913. Meester Bolhuis woonde in Bargercompascuum in de periode 1911-1915. Bargercompascuum, in het begin ook wel Rundeveen genoemd, heet in de roman Kerkenveen. Pauline Berens, de ik-figuur op deze website, stelt met toestemming van de erfgenaam van de auteur de roman in PDF-formaat beschikbaar. U mag de roman gratis downloaden, afdrukken voor eigen gebruik en lezen.
Doel
Mijn doel is te achterhalen wie de auteur voor
ogen had bij het schrijven van het boek. Dat vind ik nou een
interessante puzzel. Het is behalve een streekroman ook een
sleutelroman. Soms zijn de namen veranderd, met Berend Jan
Hartmann in het boek wordt bijvoorbeeld volgens mij Jan Berend Wilken bedoeld. Sommige mensen worden
in de roman aangeduid met hun bijnaam. Kras-Rolf bijvoorbeeld in
de roman werd in werkelijkheid wel Kras-Roulf genoemd, maar
heette eigenlijk Rudolph Rolfes. Oosterrood
heet de streek langs de grens. In werkelijkheid was Oosterrood
daar een bekende achternaam. Het is en blijft een roman, dus als
de schrijver z'n romanfiguren iets laat doen of zeggen betekent
dat niet dat dat in het echt ook zo gegaan is, laat staan
letterlijk. De schrijver heeft geprobeerd om mensen te typeren.
Als auteur heb je de vrijheid om je fantasie gebruiken. Ik
verwacht niet alle vraagtekens weg te kunnen werken. Veel
romanfiguren zijn te weinig uitgewerkt om wat betreft beroep,
gezinssituatie, woonplaats en leeftijd geassocieerd te kunnen
worden met een bestaand persoon. Het zou al fijn zijn als ik de
hoofdrolspelers kan traceren.
Ik roep lezers/lezeressen op de onderstaande Wie=Wie lijst aan te vullen en te verbeteren. Wie
helpt mee?
Wat maakt de roman zo bijzonder?
Ik vind het een boeiende roman, niet alleen
omdat het in Bargercompascuum speelt en ik familie meen te herkennen, maar ook
door de informatie over gewoontes vroeger. Het verhaal is
aangrijpend, de schrijfstijl meeslepend. Intrieste gebeurtenissen
en feestelijke momenten wisselen elkaar af. Mensen zoals ik die
geboren en getogen zijn in Bargercompascuum zullen de meezingers van toen
bekend voorkomen. Ik citeer
"Zoete, lieve zwartkop,
voel eens hoe mijn hart klopt,
voel eens aan mijn linkerkant,
hoe mijn hart van liefde brandt". Ik ontdekte in de roman
zelfs een couplet van hetzelfde lied dat ik nog niet kende:
"Hola, hola, Keetje,
wacht nog maar een beetje,
want je bent nog veel te klein;
je moet nog 'n jaar bij grootmoe zijn.". d'r Bestaat nog een
derde couplet, maar die komt niet in de roman voor: "O m'n
lieve blonde,
zoenen is geen zonde,
zoenen is geen kattekwaad,
als het maar uit liefde gaat". Misschien is dat couplet van
later datum? De vrolijkheid van dans en gezang compenseert de
tragische dood van deze en gene in de roman.
In feite beschrijft de auteur het dorpsleven door de
seizoenen van één jaar heen. Zowel de eerste zin van
het eerste hoofdstuk (dat in februari speelt) als van het laatste
hoofdstuk (najaar, na de oogst) zijn identiek: "Grauwe nevels
druilden over de landen, die doods lagen in stugge eentonigheid,
zich uitstrekten van kim tot kim." Ik citeer de laatste
regels van de roman:
"'t Was in die dagen, dat Berend Jan meester Burke
uitgeleidde.
't Was in die dagen, dat Neugel Bernard zijn Anne trouwde.
En in die dagen was het, dat Smokkel-Trees vereend werd met haar
kinderen."
Dramatisch, maar toch mooi gezegd lijkt mij. De rest zal ik niet
verklappen.